Manengans

MANENGANS

Groepje Manenganzen

Hoewel de naam Manegans doet vermoeden dat het om een kleine ganzensoort gaat, vinden wetenschappers dat Manenganzen geen ganzen maar eenden zijn. De Manengans heeft enerzijds zijn naam te danken aan de fijne, verlengde kruin en nekveren bij vooral het mannetje, die aan manen doen denken. Anderzijds heeft de benaming Manengans, te maken met zijn korte sterke snavel, daarbij graag en veel gras eet en daardoor qua uiterlijk en gedrag op een kleine gans lijkt.
Het mannetje heeft een donker chocolade bruine kop en hals, korte bruinzwarte manen in de nek en donkerbruine ogen. De snavel is donkergrijs tot grijszwart. De borst is grijs, bruinzwart en wit gevlekt. De flanken zijn lichtgrijs. De vleugels zijn grijs en naar buiten toe zwart. De rug en stuit zijn zwartachtig. Er lopen twee zwarte banden over de volledige lengte van de rug. De poten zijn grijsbruin tot zwartgrijs.
Tijdens de ruiperiode in de zomer treedt er wat verkleuring op, maar van een eclipskleed is geen sprake.
Het vrouwtje heeft een melk chocolade bruine kop en hals, nauwelijks manen, een wittige wenkbrauw streep, bruine ogen, een donkere oogstreep en een wittige streep onder de ogen. De snavel is roze bruin. De borst en het grootste deel van de flanken zijn bruin, vaal geel en witgrijs gevlekt. Onderbuik en onderlijf zijn wit. Ook bij het vrouwtje lopen er twee zwarte banden over de volledige lengte van de rug. De poten zijn bruingrijs tot donkergrijs getint.